BROODJE (GE)ZONDER LAND

Nederlands broodje gezond vraagt vier keer minder landbouwgrond dan 70 jaar geleden

Nederland heeft in 75 jaar tijd de ecologische voetafdruk van zijn voedsel drastisch verkleind. Voor hetzelfde broodje gezond is vandaag ruim 75 procent minder landbouwgrond nodig dan in 1950. Dat blijkt uit een nieuw rapport van De Eerste Duurzame Generatie, dat de verduurzaming van de Nederlandse landbouw concreet maakt aan de hand van een alledaags product: het broodje gezond.

Waar in 1950 bijna een vierkante meter landbouwgrond nodig was voor één lunch, is dat vandaag nog maar een kwart daarvan. “Dezelfde boterham, vier keer minder aarde,” aldus de auteurs. De analyse laat zien hoe productiviteitsgroei, technologische innovatie en kennisopbouw hebben geleid tot een structurele ontkoppeling: meer voedsel, met minder ruimte, minder emissies en minder milieudruk.

Van eettafel naar dienblad

Het rapport reconstrueert de ecologische voetafdruk van een standaard broodje gezond – brood, kaas, boter, tomaat en komkommer – in 1950, 1980 en 2025. De resultaten zijn opvallend. Tarwe-opbrengsten verdrievoudigden, de melkproductie per koe verdubbelde en de opbrengsten in de glastuinbouw vervijf- tot verzesvoudigden. Daardoor daalde het totale landgebruik per broodje van circa 0,84 m² in 1950 naar 0,23 m² vandaag .

Ook de klimaatimpact nam af. De broeikasgasuitstoot per broodje daalde met ongeveer 30 procent, ondanks een tijdelijke stijging in de glastuinbouw tijdens de overgang van buiten- naar binnenteelt. Tegelijkertijd daalde het  gebruik van pesticiden sinds 1990 met circa 60 procent, vooral door strengere toelating, biologische bestrijding en precisietechnieken.

Onzichtbare vooruitgang

Volgens De Eerste Duurzame Generatie blijft deze verduurzaming vaak onderbelicht in het publieke debat. “Wat misgaat is zichtbaar, wat verbetert meestal niet,” stelt het rapport. Juist omdat efficiëntiewinsten jaar na jaar plaatsvinden, verdwijnen ze uit beeld. Door één herkenbaar product centraal te stellen, wil het rapport die stille vooruitgang tastbaar maken.

Die vooruitgang is niet alleen historisch interessant, maar ook beleidsmatig relevant. De analyse laat zien dat Nederland zich op een kantelpunt bevindt dat internationaal bekendstaat als ‘peak agricultural land’: het moment waarop de totale landbouwoppervlakte kan stabiliseren en zelfs dalen, doordat opbrengsten sneller groeien dan de vraag .

Botsing met huidig beleid

Tegelijk waarschuwt het rapport voor een spanningsveld met het huidige Europese en Nederlandse landbouwbeleid, dat sterk inzet op extensivering. Minder intensieve systemen gebruiken per definitie meer land per kilo voedsel. In een dichtbevolkt continent kan dat juist leiden tot meer druk op natuur en biodiversiteit, niet minder.

De auteurs pleiten daarom voor een herwaardering van efficiëntie als duurzaamheidsstrategie. Investeringen in moderne veredeling, precisielandbouw, glastuinbouw en alternatieve eiwitten zijn volgens hen essentieel om het dalende landgebruik vast te houden en te versnellen.

De Eerste Duurzame Generatie heeft als beleid om op elk artikel of onderzoek 2 mensen te laten reageren die (wellicht) anders denken over de materie.

Deze keer zijn dat Joost Rijk, biodynamisch akkerbouw en bedrijfsleider van een proefboerderij van de WUR.

En Hanneke van Ormondt, Directeur Landbouw en Biodiversiteit bij Urgenda.

Lees hier het hele rapport
Volgende
Volgende

“Oneindige groei op een eindige planeet, dat kan toch niet?”