Broodje gezond, heb je dat liever met of zonder gif? 

Auteur: Hanneke van Ormondt, Urgenda

‘De nieuwe generatie’ probeert in haar essay ‘Broodje (ge)zonder land’ een lans te breken voor de intensieve landbouw die gebruik maakt van hoogproductieve koeien, tomaten- en graanrassen, kunstmest en pesticiden. De redenatie is dat de intensieve landbouw een hogere opbrengst heeft per hectare, dan bijvoorbeeld biologische landbouw en dat we daardoor ruimte over zouden houden voor meer natuur en biodiversiteit. 

Landbouw gaat ten koste van natuur, dat is waar. Ons voedselsysteem is de grootste veroorzaker van verlies van biodiversiteit wereldwijd. En een snelle transitie naar een duurzamer systeem is cruciaal om klimaatdoelen te halen en om een volledig ineenstorting van ecoystemen te voorkomen. 

Het eerste wat daarvoor nodig is, is om het dier grotendeels uit de keten te halen. Wereldwijd is 80% van alle landbouwgrond in gebruik van vee en de productie van veevoer voor slechts 17% van de calorieën in ons dieet. Bij de omzetting van plant naar dier naar vlees gaan veel nutriënten verloren. Het is niet efficiënt en kost daardoor simpelweg te veel ruimte, nog los van de impact op welzijn van dieren, antibioticagebruik en extra vervoersbewegingen. 

Gelukkig wordt deze belangrijke stap in het essay ook genoemd, zonder hier echt cijfers aan te hangen. Laten we dat wel eens doen: als we de Nederlandse veestapel in balans brengen met de hoeveelheid veevoer die hier beschikbaar is, en in plaats van 60% maar 33% van onze eiwitten uit dierlijke producten halen, spelen we voor de natuur 2,9 miljoen hectare vrij in het buitenland en  bijna 500.000 hectare in Nederland. 

Bij een transitie naar een gezond dieet waarin we minder dieren (en minder rotzooi) eten, is er dus voldoende ruimte. De vraag is dan waarom je níet zou kiezen voor een gezonde bodem, groenten en fruit zonder gifresiduen, een landbouw met heggen en hagen en veel bestuivende insecten en bomen, een landbouw met bijzondere akkersoorten en een landbouw die volhoudbaar is. 

40 jaar vergelijkend onderzoek naar gangbare en biologische/biodynamische landbouw laten zien, dat de biologische en biodynamische landbouw per hectare én per kilo product minder gif, kunstmest en energie gebruiken. Zij zijn daarmee efficiënter dan intensieve landbouw. Ook laat het onderzoek zien dat de biologische en biodynamische akkerbouw in productie per hectare naar elkaar toegroeien. Bij de gangbare landbouw neemt de bodemgezondheid en daarmee de productie langzaam af. De opbrengst per hectare is inderdaad wat lager – gemiddeld 20% – maar alsnog hoger dan in 1950 en 1980 waardoor de broodje gezond vergelijking met 1950 en 1980 niet opgaat.

De grote vraag is dus ook: waarom vergelijkt het essay ‘Broodje (Ge)zonder Land’ een broodje gezond met de gangbare praktijk in het verleden, en niet met de biologische landbouw nu of in de toekomst? 

Dat we nu minder gevaarlijke middelen gebruiken dan 50 en 80 jaar geleden is mooi, maar niet zo relevant. Want al die middelen stapelen zich nog steeds op in de landbouw, in onze lijven en in natuurgebieden. Ook de nieuwste lading pesticiden zullen we nog decennia terugvinden, aangezien de industrie er forever-chemical PFAS aan toevoegde. 

Het essay heeft mij niet overtuigd. Een ander dieet dat grotendeels uit gezonde producten van de vollegrondsteelt bestaat, is nog steeds de beste weg richting schoon water, gezonde mensen en herstel van biodiversiteit en natuurgebieden. Natuurlijk kan naast gezonde vollegrondsteelt, ook intensievere teelt in kassen bestaan. Daar zie ik vooral een efficiëntieslag door duurzame energie, pesticidereductie en de omslag van sierteelt naar groenten. 

Maar laten we bij de productie van eten vooral kijken naar efficiëntie in natuurlijke processen, en dat is volop gebruik maken van planten die groeien door zonlicht en een gezond bodemleven.

De Eerste Duurzame Generatie heeft als beleid om op elk artikel of onderzoek 2 mensen te laten reageren die (wellicht) anders denken over de materie.

Deze keer zijn dat Joost Rijk, biodynamisch akkerbouw en bedrijfsleider van een proefboerderij van de WUR.

En Hanneke van Ormondt, Directeur Landbouw en Biodiversiteit bij Urgenda.